maandag 8 mei 2017

Lente

Hij verdrinkt. Was hij al eerder zo verdronken? Hij weet het niet en het maakt ook niet uit; alles wat telt is dat hij verdrinkt. Nu.

Hij was geschrokken, zo geschrokken. Die eerste keer, toen hij wakker werd uit zijn gedachten en haar blik vond. Een blik die had opgemerkt dat hij haar al lang aanstaarde. Ongepland en dus onbeschaamd. Elke volgende keer dat haar blik de zijne vond keek hij minder onbeschaamd. Maar elke keer schrok hij. Ook nu, juist nu.

Het verwart hem. Waarom kijkt ze? Waarom juist naar hem? Hij bedenkt negenennegentig redenen waarom ze niet kijkt zoals hij kijkt. Stuk voor stuk overtuigend. Hij bedenkt er één waarom ze kijkt zoals hij kijkt. Als die te bedenken, te dromen is, kan hij dan ook waar zijn?

Hij kan het niet. Hij moet wegkijken. Hij voelt zich betrapt. Niet alleen omdat zijn blik beantwoord is, maar ook omdat die blik in de ogen haar blik in zijn ziel is. Dat kan hij niet toelaten. Wie in de ziel gekeken wordt, moet immers zelf ook kijken. Haar blik kan hij verdragen, de zijne soms ook, maar niet samen. Samen zijn ze sterk, kijken ze ontwapenend. Zo ontwapenend dat hij zich naakt voelt. Comfortabel met zijn naakt is hij nooit geweest. Het is onbeschermd, kwetsbaar. Pijnlijk, zo ontiegelijk pijnlijk dat hij wel moet weglopen. Van haar. Van zichzelf.

‘Het is altijd lente’ gaat er door zijn hoofd… De lente was altijd leven, enthousiasme, geluk. Kan de lente dan ook verstikkend zijn, beklemmend, pijnlijk? Kan het zich vergrijpen, de keel dichtknijpen, zoals de winterse dood hem bij de keel grijpt? Of is het jeuk in plaats van pijn, zoals de hooikoorts de jeuk van zijn lente is?

Krabben, hij wil zo graag krabben. Desnoods knijpen of slaan. Maar zoals wroeten de pijn niet verlicht, verlicht krabben de jeuk niet. Net zo min als zijn vlucht. Hij kan alleen maar staan en zwijgen. Het over zich heen laten komen, het ondergaan. Onder ogen zien.

Vluchten kan hij niet van zichzelf, wel van haar. Nu verdrinkt hij niet in haar, maar in zichzelf. Hoe vaak zal dat blijven terugkeren? Hij pakt zijn telefoon, zoekt in zijn agenda de eerste dag van de volgende maand en voegt een herhaalde herinnering toe; haar naam, waarna hij schrijft ‘go all in, don’t hold back’.

1 opmerking:

Anoniem zei

erg mooi
en ik hoop een beetje waar